gallait80::2021_05_07.md

7 May 2021 Vergadering samenwerking Gallait 80

Present: Ronny, Lieve, Philippe, Jesse Excused: Katrien, Julie, Severine, Raf

Meerstemmigheid. Moet terug te vinden zijn in aanvraag.

Iedereen schrijft voor zich: Noden/verwachtingen Gemeenschappelijke doelen, werkwijzen die je voor het geheel ziet

Komen tot een symbiose. Blijkt uit: Tekst, gemeenschappelijk geschreven. Tekening op basis van sleuteltermen. Zou begin volgende week gestuurd moeten worden, Jubilee kan dan tegen vrijdag afmaken. 3-5 pagina's

Kosten: verzekering, telefoon en internet Steun: 2500 per jaar onderhoud. Voor schoonmaak etc Samenwerking Kriekelaar. Kan redelijk onafhankelijk. Recettes kunnen naar organiserende partij Zaalhuur: stellen personeel ter beschikking

Philippe over Erfgoedbank Brussel: kan tweetalig worden, maar is het nu niet echt, Schaarbeek daarom nog geen deel. 200-jarige verjaardag Pogge kan bijdragen aan een heroverweging daarvan.

Mapping: wie zijn we? (naam van organisaties - missie organisaties en leden - het streven naar doorstroom, 'verjonging')

Wat is het huis voor ons? (commoning - meerstemmigheid - (g)local - experiment - host) Wat zijn de projecten die we doen? Welke thema's boren we aan? Eigendom, contract, geluid - wandelen - ontmoeten - onderzoek - erfgoed - stedelijk weefsel Welke methodes hanteren we? (transversaliteit - artist run - ervaringskennis - samenwerking - vergaderingsvormen/besluitvormingsmodellen waaruit commoning blijkt - transversaal/historisch onderzoek als basis (alle Jubilee kunstenaars) - geluidswandelingen (Justin Bennett, Vermeir & Heiremans) - regie uit handen geven aan mensen met praktijkervaring (Eleni Kamma) - biografieën en sociale rollen van projectmedewerkers als vormende elementen van proejctnarratief (Vincent Meessen)

Lieve over 5 Blokken - appartementsgebouwen in Brussel (rond Papenvest). Stuk gemaakt met bewoners. Raf stuurde tekst (zie hieronder) Koor: ledenbestand stabiel. Niet veel jongeren. Jubilee: midcareer artists + gemeenschappelijke projecten rond vraagstukken waarbinnen ook jongere kunstenaars een plaats kunnen hebben.

Julie: speelden met idee om 1 functie per ruimte te definieren, en die te delen. Maar misschien iets te bruut vanaf te begin. In plaats daarvan: beginnnen met elke organisatie eigen ruimte + stuk gemeenschappelijk. Na verloop van tijd ontstaat eventueel andere manier van de ruimtes gebruiken.

Naam: Khôra? Grieks: Ruimte in wording. Suggestie van Vincent Meessen, Ronny stuurt mail door. Philippe: Louis? Sputnik: Philippe heeft portretten gemaakt van Kaurismaki-acteurs in Finland. Kaurismaki's productiehuis heet Sputnik, vernoemd daar gemeenschappelijke Finse 'vijand'.

Philippe: graag vòòr weekend bijdrage van Jubilee - sleutelwoorden...misschien ook tekst?

Over Cowbell Commons en commonisme

Wat willen we zeggen met 'Melancholie aan de 5 blokken', ons muziektheaterstuk dat in januari 2020 in première gaat? Blijft het bij een aanklacht, of drukt het een idee voor de toekomst uit? Het zou niet slecht zijn om dat gesprek verder te zetten. Dat klopt immers met de spirit van de commons.

Raf Custers

Op Kreta zie je zelden geiten, maar je hoort ze wel, ze hobbelen klingelend de klippen op en af. Koeien zijn geen geiten. Neem dus, alvorens verder te lezen, eens drie minuten en speel dit klankfragment af...

Ik weet niet welke sensaties deze koebellen bij u oproepen; bij mij: beelden van familievakanties laaaang geleden, gesputterde conversaties met kinderen van een dorp in Zwitserland('Comment tu t'appelles?') en natuurlijk de heldere luchten boven de zomerse alpenweiden.

Hoe die koeien graasden daarboven in de bergen, dat hadden de koehouders netjes onder elkaar afgesproken en in regels vastgelegd, en ook waar de koeien mochten komen en waar niet, hoeveel koeien elke boer van het dorp 's zomers naar boven mocht sturen ("niet meer dan je 's winters kunt voederen") enzovoort. Dat stelsel kreeg vorm vanaf de jaren 1200, en misschien zelfs al van daarvoor. Elke deelnemer aan dit stelsel vond er evenredig zijn gading en niemand profiteerde op de kap van een ander. Zo werkt één van de oer-voorbeelden van de Biens Communs of de Commons. Mijn punt: als we willen dat het vooruitgaat met de planeet dan is Commoning een fijne manier van doen.

De koehouders beheren lappen land die ze allen nodig hebben. Het 5 blokken-project van het Brussels Brecht-Eislerkoor is ook een commons-project. Het heeft met de Zwitserse alpenweidensystemen gemeen dat een groep mensen overeenkomen om samen iets te doen. Met het koor komen we elke zondag samen om te zingen. Daar spelen de gewoonten en de raderwerkjes binnen in de groep. Die groep is divers en telt evenveel opinies en motivaties als er mensen meedoen.
Maar ons 5 blokken-project en de koebel-commons verschillen ook.Met het koor trekken we ons namelijk de realiteit buiten de repetities aan en haken we erop in. Dat geldt zeker voor het 5 blokken-project. Want nu maken we een muziektheaterstuk over een brok sociale realiteit die we zelf niet ervaren, omdat we graag zingen maar ook omdat we die realiteit een andere richting willen uitduwen dan de richting die ze neemt aan de 5 sociale woonblokken in het centrum van Brussel. Daar hebben Brusselse bestuurders twintig jaar getreuzeld, vaak moedwillig, om nu te krijgen wat ze al die tijd al wilden: de sloop van de blokken om ze te vervangen door flatgebouwen met standing in een super-speculatieve wijk.

Aanvankelijk (in 2016) dachten we aan de slag te gaan met de ideeën van Silvia Federici. Zij heeft inspirerend over de commons geschreven. Ze steunde daarvoor op haar onderzoek, baanbrekend onderzoek, over menselijke reproductie in een kapitalistische context. Federici toonde aan dat die context de vrouw uit de sociale omgang rukte en haar in de marginaliteit van het huishouden dwong, om te maken dat de man fit en gevoed genoeg is om te werken en om de pro-creatie van het nageslacht te garanderen. 
Federici kwam tot dat besluit o.m. omdat ze onderzocht hoe de traditionele commons (Cowbell Commons) door het kapitalisme werden ondermijnd. Daarover gaat haar boek Caliban and the witch. 
De gemeenschappelijke lappen land werden omheind (dat zijn de beruchte enclosures) en kwamen in handen van privé-uitbaters. Die privatisering is nooit opgehouden. Het publieke domein, met alles wat ons ten goede komt, wordt in stukken gekapt en aan privé-exploitanten verpatst. Dat geldt voor de openbare diensten (spoor, RTT...), de basisvoorzieningen, het sociaal vangnet van de solidariteit, dat geldt voor de bibliotheken, voor het internet en ga maar door. Wat in het publieke domein overblijft is een maatschappelijk slagveld, precariteit, de zwaksten worden uitgestoten; dit bestel dwingt ons individualistisch te zijn en meedogenloos voor de anderen, homo homini lupus, en de sterksten, de 0,1% worden nog sterker.

Er is een brede (maar niet altijd even zichtbare) beweging om het publieke domein te beschermen en te behoeden voor die privatiseringen, om in te gaan tegen het individualisme, om patrimonium te onttrekken aan de markt, zodat het geen louter commerciële  grondstof of “commodity” meer is  (vandaar de uitdrukking 'de-commodificatie') Een beweging ook die ernaar streeft om wat geprivatiseerd is opnieuw naar het publieke domein over te hevelen (re-commoning). Deze beweging knoopt opnieuw aan bij gewone menselijke waarden en zet ze in het middelpunt van haar actie: we zorgen voor elkaar, we kletsen, we delen ervaringen, we houden ons sterk. We zijn weer heel gewoon begeesterd door manieren die vanzelf spreken, maar die al te lang versmacht werden door industrie, groei, Konzum en concurrentie.
De voorbeelden zijn ontelbaar en overal op de aardbol te vinden. Ze gaan van visserijquota - in Senegal spreken ze die af op de schaal van een vissersdorp - tot de Creative Commons-licentie om kennis en creaties publiek te delen. Ze gaan van straattuinen tot de Community Land Trust (bouwgrond blijft publiek, de woningen erop kunnen gekocht). En nog twee recente initiatieven in de sfeer van het wonen:in Berlijn wordt al maanden gemanifesteerd om 200.000 appartementen (in handen van vastgoedfirma's) te onteigenen en zo wonen weer goedkoper te maken. En The Art of Hope, een meerjarenproject van Victoria De Luxe (Gent) voerde deze zomer een symbolische en ludieke actie in Oostende om luxe-flats van de vastgoedgroep Versluys te onteigenen.

Die van Victoria De Luxe noemen zichzelf commonisten. Ze willen dat het publieke domein met al zijn menselijke kostbaarheden uitbreidt. In die Commoning-beweging groeien ook embryo's van een post- of niet-kapitalistische samenleving. Daar raken we weer aan de vraag: hoe draaien de menselijke mekanieken binnen in onze groep? welke zijn onze manieren om onze groepsprojecten te doen vooruitgaan. Silvia Federici heeft altijd het volgende benadrukt: terwijl we het publieke domein verdedigen en vergroten, terwijl we eigen gemeenschappelijke projecten opzetten, kunnen we ons individualisme opzijzetten en in een collectief verband nieuwe commons creëren, nieuwe Biens Communs, nieuw gemeengoed. En waarom zou dat niet volgens een “commonistische” filosofie kunnen, door elkeen volgens zijn/haar mogelijkheden, voor elkeen volgens haar/zijn behoeften, zoals het wel eens is geformuleerd.

Het kan geen kwaad  hier af en toe aan te herinneren, omdat het een fundament van ons 5 blokken-project is.Intussen werken we hier al drie jaar aan. Drie jaar van denken en doen. Drie jaar van maak-proces, zoals het tijdens de eerste discussies in 2017 is genoemd. Het proces brengt ons vooruit, en stuit het op obstakels, dan zorgen we met het koor dat we eruit komen. Dat gebeurt allemaal niet zéér bewust en doordacht, maar het gebeurt wel. Het Brussels Brecht-Eislerkoor heeft namelijk een sociale cultuur van samenwerken die erop gericht is dat we als individuen, als koor en uiteindelijk met de hele planeet vooruitgaan. De leden van het koor brengen dat ook in hun leven buiten het koor in praktijk. Het maakt de collectieve rijkdom uit van het BBEK.

We zetten nu een nieuwe stap in dit proces: de productie en de afwerking van het muziektheaterstuk zodat we het vanaf januari op de planken kunnen zetten. Veel tijd rest er niet. Maar het is niet omdat de tijd dringt, dat we de spirit van het 5 blokken-project moeten opgeven. In september beleefden we een breekpunt. Ik maakte me toen ongerust dat we vanwege de tijdsdruk de commons-spirit uit het oog verloren. Om op tijd met alles klaar te zijn, waren we geneigd taken te outsourcen in onder-aanneming (in sous-traitance) en we vergaten het potentieel dat de voorbije drie jaar is opgebouwd. Maar iemand schreef toen: het werk met vrijwilligers moet prioritair blijven, om een collectief werk te scheppen, dat is belangrijk voor het succes van het geheel. Daar sloot ik me bij aan. Want als sommige vrijwilligers afgeschrikt worden door het binnenhalen van professionals, als koorleden zich niet meer betrokken voelen, dan zijn we fout bezig. Want wat zou zo'n professionalisering opleveren? Wat, bij wijze van voorbeeld, als buurtgroepen er voor hun moestuintjes agronomen van de Boerenbond zouden bijhalen? Hun courgettes zouden sneller en hoger groeien, dat wel, maar zou er  nog iemand overblijven om de groenten te plukken?

Dit breekpunt ligt achter ons. Het project vereenvoudigt, het keert terug naar de schaal die we met het koor aankunnen. Eigen aan dit project is, denk ik (hoop ik), dat we evalueren en bijsturen als het nodig is. Dat correspondeert met de esprit van dit project. Er zijn dus nieuwe procedures voorgesteld om voort te werken. Maar het is minstens even belangrijk te weten wat we met het 5 blokken-project willen vertellen. Daar komt een nieuwe discussie aan. Klagen we een wantoestand aan? of gaan we verder en komen we op voor een andere manier van leven in de stad, voor een andere manier om onze steden te maken? Het zou goed zijn moesten we dat nog voor januari 2020, wanneer ons muziektheaterstuk in première gaat, kunnen bespreken.